Altijd komt die dag
Als je autistisch volwassene bent, komt altijd die dag dat men er genoeg van heeft. Soms gaat dat snel. Als ik niet heb kunnen aantonen wat ik kan. Soms duurt het jaren. Wanneer dat wel gelukt is. Maar altijd komt die dag dat ze besluiten dat het teveel moeite is om met de negatieve kanten van autisme om te gaan. En dan staan ze klaar om je in de stront te drukken.
Het is politiek niet correct om te zeggen: we hebben het nu wel gehad met jouw autisme. Dus wordt er een draai aan gegeven. Dit keer doen de mensen die eerst zo enthousiast over mijn bijdrage waren, hun best om het te laten lijken op een keuze van mij. Ze blijven maar vragen: wat is je besluit? Terwijl ik niet degene ben die het besluit genomen heeft. Zij hebben al lang de stekker uit de samenwerking getrokken. Ze willen alleen daar de verantwoordelijkheid niet voor dragen.
Mijn rol in dit proces blijft lang onduidelijk. Ik denk dat het vooral gaat om de aanpassingen die ik heb gemaakt te proberen aan de verwachtingen te voldoen. Ik doe dat al zo lang, dat het een automatisme is geworden. Voordat ik me bewust ben van de schadelijke gevolgen, probeer ik te zijn wat ik denk dat men verwacht. Ik ga daarbij ver over mijn grenzen. Uiteindelijk stort ik in, en dan nog heb ik het inzicht van een ander nodig om me te laten zien wat ik gedaan heb. Dat ik het te ver heb laten komen. Dat ik een paar flinke passen achteruit moet doen. En dat pikken ze dan niet meer. Ze eisen dat ik me niet-autistisch gedraag. Ja, in dit geval stellen ze dat echt als de keuze waar ik voor sta: wel of niet autistisch zijn. Al verwoorden ze het anders. Ik kies niet voor hun "oplossing" die voor mij onmogelijk is. Dat weten ze wel; ik heb het hen uitgelegd. Maar het stelt hun geweten gerust: zij hebben mij niet afgedankt, ik heb ervoor gekozen op te stappen. Wat nooit zo is. Ik kan niet anders.
Dat voelt respectloos, beledigend, onmenselijk zelfs. Je zegt toch ook niet tegen een blinde dat hij moet kiezen of hij wil zien of niet, tegen iemand in een rolstoel dat hij ervoor kiest niet gewoon te lopen, alleen omdat hij soms uit die rolstoel komt en een paar passen kan zetten.
Voor mij voelt het alsof ik voor de bijna bovenmenselijke inspanning die ik mij getroost heb om me aan te passen, ondankbaarheid terug krijg, en ontkenning van mij als persoon. En daar heb ik het heel moeilijk mee.
Dus lig ik nu weer nachten wakker, herhaal eindeloos in mijzelf fictieve gesprekken met hen waarin ik ze dat zeg. Ik heb inmiddels geleerd dat ik dat beter niet meteen zeggen kan. Dan komt de angst erbij ze tegen te komen voordat ik met mijn therapeut de zaak heb kunnen bespreken, en ik toch geacht wordt iets te zeggen.