De bus met slagroom
Ik sta bij de kassa in een supermarkt. Vóór mij is een meisje van een jaar of tien aan de beurt. Ze heeft een spuitbus slagroom in de hand. Op de bus staat een foto van aardbeien en slagroom. Daar overheen, groot het woord Light. Het meisje vraagt iets aan de caissière. Ik kan dat niet verstaan, maar ik doe daar ook niet mijn best voor. Ik sta te wachten tot ik aan de beurt ben. Het meisje heeft geld in de hand. Het lijkt een simpele afwikkeling te worden. Maar dan antwoordt de caissière: “Nee, er zitten geen aardbeien in. Alleen slagroom.” Het meisje is nu uit het veld geslagen. Ik zie de bus met slagroom en begrijp meteen waarom het meisje denkt dat er aardbeienslagroom in zit. De foto op de bus laat niets te raden over. Het meisje is zo van haar à propos, dat ze niet weet wat te doen. Ik sta nog steeds rustig te wachten, maar begin me nu innerlijk met de zaak te bemoeien. Zal ik het meisje zeggen dat haar vergissing heel begrijpelijk is? In haar positie denk ik me te kunnen verplaatsen, omdat ik zoiets meermaals heb meegemaakt. Maar voordat ik dat innerlijk proces heb afgerond om tot een beslissing te komen, rekent het meisje af en verlaat de winkel.
Het eerste dat in me op kwam, was dat ze slagroom haalde voor haar moeder, die het vergeten wat bij een dessert, of zoiets. Maar toen ze zo twijfelde over de aanschaf, legde ik de link naar de momenten dat ik uit het veld geslagen was door iets voor me te hebben dat niet was wat ik ervan verwacht had, en meende te mogen verwachten. Ik was toen ook flink van mijn à propos, en zal ongetwijfeld nog langer zwijgend hebben staan twijfelen. Het meisje zei dus dat ze de bus slagroom toch wilde. De caissière vroeg nog of ze het zeker wist. Als het meisje inderdaad in de tweespalt verkeerde die ik er in meende te zien, hielp dat niet. Ik was in zulke situaties me erg bewust van mijn omgeving. Niet af willen gaan. Willen voldoen aan de verwachtingen van anderen. In dit geval van de caissière en het proces van afrekenen bij de kassa. Maar ook wel aan de verwachtingen van de wachtenden achter haar. Ook al vond ik nu dat ze helemaal gelijk had en eigenlijk alle tijd zou moeten nemen om te bedenken wat ze nu eigenlijk wil, dat kon ze niet aan me zien. Ze zag een norse, oude man die schijnbaar ongeduldig stond te wachten tot hij aan de beurt was.
Toen ik haar buiten op de fiets zag weg rijden, met de bus slagroom tussen hand en stuur geklemd, voelde ik me schuldig. Ik had niets gedaan om de druk van het moment te verlichten. Nu probeerde ze zich, niet onverdienstelijk overigens, een houding te geven van zelfverzekerdheid, alsof het precies zo gelopen was als ze wilde. Maar ik meende te zien dat dit een besluit was waar ze de rest van de avond spijt van zou hebben. Ik stelde me voor dat het iets was dat ze voor zichzelf had gekocht als traktatie. Met het restant van geld dat ze voor haar verjaardag had gekregen, ofzo. Ze had zich in de winkel verheugd op de smaak van aardbeien met slagroom, uit een spuitbus. Lekker handig. Nu had ze alleen de slagroom. Wat kon je daarmee? Goed, je kunt er ook van snoepen, maar geen hele bus in een keer. Dat is al snel niet lekker meer. Daar heb je een aanvullende smaak bij nodig. Zoals die van aardbeien.
Ik voelde me schuldig dat ik haar niet te hulp was gekomen. Om te redden wat er te redden viel. Want helemaal goed zou het toch niet meer kunnen komen, nu het product niet voldeed aan wat zij ervan verwachtte. Zulke dingen blijven je bij. Blijven mij tenminste bij. Na vele jaren nog. Die momenten waar ik me achteraf voor geneer, voor schaam of schuldig over voel. Dat ik me heb laten meevoeren met het momentum van de situatie. Terwijl ik eigenlijk best wist dat ik iets anders wilde. En me onrecht aangedaan voelde omdat ik een gerechtvaardigde verwachting had die nu niet ingelost werd.
Maar het is natuurlijk heel goed mogelijk dat ik veel meer in de situatie zag dan er feitelijk in zat.
Daar fietste dus heel oud zeer weg. In de vorm van een jong meisje. Zou het nog goed komen met haar? Of zou zij de volgende keer als ze mij ziet, denken: daar heb je die sikkeneurige, oude man weer die me onder druk zette om de slagroombus af te rekenen. Als ze eens wist….