De kracht van het voornemen
Ik kan er zelf nog dikwijls versteld van staan: hoe krachtig het voornemen inwerkt op mijn handelen. Sinds ik een cursus psycho-educatie volgde, ben ik het gaan herkennen: het voornemen dat leidt tot specifieke handelingen. Maar zelfs die kennis is niet genoeg om de sterke band ertussen te verbreken. En zo kan ik mijzelf met open ogen schade berokkenen, alleen omdat ik het me voorgenomen had.
Laatst reed ik aan de late kant van huis weg om mijn vrouw elders te treffen voor een begrafenis. Ze had me op het hart gedrukt dat ik binnen een smalle tijdsmarge daar moest zijn. Door mijn late vertrek was ik al flink gestrest, en dus nam ik mij voor om zo snel mogelijk die rit te maken. Ik reed de stad uit en kwam bij de stoplichten met de provinciale weg. Daar staat een roodlichtcamera. Dat weet iedereen; het is in de krant breed uitgemeten. Ik kwam aan rijden en zag het licht op groen staan. Gelukkig, dacht ik, dan kan ik door rijden. Ik hield de snelheidsmeter in de gaten om niet te hard te rijden — de roodlichtcamera registreert ook de snelheid en neemt een foto als je te hard rijdt — en tufte zo net iets te langzaam op het kruispunt af. Het licht werd oranje. En toen kwam het voornemen in het spel. Ik had immers gezien dat het licht groen was, en ik zou zo snel mogelijk naar mijn vrouw rijden. Dat het verkeerslicht zo snel weer oranje werd, voelde als een inbreuk. Dat mocht niet. Ik had recht op groen licht. Het was immers groen toen ik aan kwam rijden? Waarom moest het nu oranje worden. Het moest eenvoudigweg voldoen aan de kwaliteiten van groen, en dus reed ik door. Ik heb het licht niet rood zien worden; ik heb ook niet op het allerlaatste ogenblik gecheckt of het rood was geworden of niet. Onmiddellijk erna verwachtte ik, op basis van de verstreken tijd, dat het wel rood geweest zal zijn toen ik over de streep reed. Maar ik kon het niet meer voorkomen; ik had mij immers voorgenomen door te rijden, omdat het groen was. De zo plots veranderde situatie kon dat niet voorkomen.
Iets dergelijks doet zich voor als ik onverwachts in een gewijzigde verkeerssituatie terecht kom die ik voorheen vaker ben tegengekomen, maar nog in de ongewijzigde toestand. Ik kan me dan moeilijk voegen naar de nieuwe situatie, tenzij die tevoren is aangekondigd en uitgelegd. In dat geval voldoet de nieuwe situatie aan mijn verwachtingen, en zal ik er zo adequaat mogelijk op proberen in te spelen. Ik zal daar echt mijn best voor doen. Maar kom ik onverwachts in die nieuwe situatie terecht, dan kan ik bijna niet anders dan handelen als ik in de oude situatie gedaan zou hebben. En als dat niet mogelijk is, raak ik in de war en weet ik niet wat ik moet doen. Alsof mijn verkeersinzicht op tilt gaat en gereset moet worden voor deze situatie.
Zo gaat het ook met sociale situaties. Als ik me een beeld kan vormen over hoe ze zullen verlopen, kan ik mij er redelijk in staande houden. Het zijn de onvoorspelbare elementen, die niet voldoen aan mijn verwachtingen, die me uit het lood slaan en me in paniek kunnen krijgen.
Toen ik door de Turkse douane bij mijn eerste bezoek aldaar terzijde werd genomen en mijn koffer moest openen, waarna men mij begon te vragen waarom ik zoveel apparatuur in mijn koffer had en wat het allemaal betekende, was ik niet uit het veld geslagen. Onder de douche thuis, voor mijn vertrek, had ik dit al als rampscenario doorgenomen. De werkelijkheid voldeed aan mijn verwachtingen en ik kon er dan ook relatief relaxed mee omgaan, wat er, denk ik, mede toe heeft geleid dat ik uiteindelijk zonder problemen mijn reis mocht voortzetten. Mis ging het bij de balie van het hotel die een borg eiste voor mijn kamer. Dàt had ik niet verwacht, en dàt viel dus rauw op mijn dak en kon ik niet verwerken of vergeven.
Als ik besluit ergens te voet heen te gaan, moet er echt wat gebeuren eer ik een ander middel van vervoer kies. Als ik mij voorgenomen heb een bepaalde maaltijd te gebruiken, zal ik die koste wat kost proberen te realiseren. Niet omdat ik de macht heb dat te doen, niet omdat ik ene gewoontemens ben en altijd hetzelfde moet eten op dezelfde tijden, maar eenvoudig omdat ik mij dat voor die keer heb voorgenomen.
Men noemt het inflexibel. En in zekere mate is het dat natuurlijk ook. Maar aan de andere kant valt dat ook weer mee. Want het voornemen is stuurbaar, beïnvloedbaar. Als ik merk bijvoorbeeld een maaltijd te kunnen gaan missen, en ik had er nog geen voornemen over gevormd, dan kan ik me voornemen die maaltijd juist niet te nuttigen, en me daar dan ook goed over voelen.
Anders dan wordt gedacht, betekent autisme niet dat je je niet los kunt maken van vaste patronen. Het betekent je niet los kunnen maken van je voornemens, of die nu kort of lang te voren zijn gevormd. Tenminste, niet op het moment zelf. Ze zijn wel ruim tevoren te veranderen, tenzij ze al sterk zijn ingebed in andere voornemens.
Voor mensen met een vorm van autisme die gepaard gaat met andere mentale beperkingen, kan dat anders zijn, en zal vasthouden aan dagelijkse routine mogelijk een belangrijke eigenschap zijn. Maar voor mij regeert echt alleen het voornemen, en de verwachting. Al het andere kan wijzigen.