de onlogica van het gevoel

18-08-2014 08:37

Gisteren was Ionica Smeets op tv. Eén van de “wiskundemeisjes” en columniste van Volkskrant en Technisch Weekblad. Daar schreef ze ondermeer over een “fout” die ze (bijna) drie keer had gemaakt. De fout van niet afgaan op gemiddeld gebruik, maar op piekgebruik. Hoe mooi en vooral slim ze ook is, aan een zeker elementair gevoelsbegrip lijkt het haar te ontbreken. Vreemd dat ik als autist dat al kan zien.

 

Ze schrijft bijvoorbeeld dat ze bij de keuze van een nieuwe auto zich eerst liet leiden door wensen als dat je er een kastje in moet kunnen vervoeren en vakantiespullen. Om daarna vast te stellen dat je dat hooguit maar enkele keren per jaar doet. Beter, zegt zij, om voor die gevallen een (grotere) auto te huren en een kleintje te kopen voor het dagelijks gebruik.

Ze vertelt dat ze een werkkamer op zolder liet maken en eerst dacht daarbij te moeten concurreren met een logeerkamer. Maar als die ‘slechts’ eens per maand gebruikt wordt, zou het slimmer zijn om alleen een werkkamer te maken en daarin een slaapbank te zetten voor eventuele logees.

En natuurlijk komt de loterij ter sprake. Het is wiskundig de allergrootste miskleun om daar aan mee te doen. De loterij is een belasting voor mensen die slecht zijn in wiskunde, zo schrijft ze. Beroepsdeformatie. Misschien dat ze daarom zo goed is in wiskunde. Ik ben er slecht in, moet ik toegeven.

 

Nou kan je zeggen dat mijn deelname aan de loterij een gevolg is van mijn gebrek aan wiskundig inzicht. Toch is dat maar beperkt waar. Als ik een feilloos en overheersend gevoel voor kansberekening had, zou ik misschien nooit aan de loterij hebben meegedaan. Maar ook al wist ik dat de kans op een grote prijs vreselijk klein is, toch deed ik jarenlang mee. Waarom?

 

Waarom sluit je een verzekering af voor het afbranden van je huis terwijl de kans daarop zo klein is? Omdat je het risico te groot vindt. Kans heel klein, mogelijke schade heel groot. Beter maar enkele euro’s per maand betalen om dat af te dekken. Ik ben gestopt met reisverzekeringen af te sluiten, omdat de kans op uitkering bij schade veel te klein is, bleek meerdere malen. Waarom zou je geld op een spaarrekening achter de hand houden? Als het je lukt te sparen, heb je waarschijnlijk niet eens zo’n buffer nodig.

Waar het steeds om gaat, is gevoel. Het gevoel van zekerheid. Waar een reisverzekering me dat niet meer geeft, ben ik opgehouden die af te sluiten. Terwijl de kans op schade veel groter is dan de kans beter te worden van de loterij. Maar als je in een financieel krappe positie zit en je droomt van rijkere tijden, dan geeft de loterij je het gevoel dat je er in ieder geval alles aan doet om te proberen het tij te keren. Die paar euro per maand ben je bereid op te offeren voor de hoop dat je misschien toch die ongelooflijk kleine kans uit ziet komen. Dat je niet de rest van je leven je voor het hoofd slaat als de prijs ineens toch bij jou in de straat valt. Ik vergelijk het met roken. Dat dient geen nuttig doel behalve dat je je er beter bij voelt. Verder is het alleen maar schadelijk. Ik rook niet. Ik deed wel jaren mee met de loterij. Same difference.

 

Waarom zou je dure wijn drinken als je je dorst net zo goed kunt lessen met water? Omdat het leuker is. Waarom zou je dure kaas op je brood doen als je gezonder zou eten met goedkope pindakaas? Omdat je het lekkerder vindt. Waarom zou je in een grote auto rijden waar kastjes in passen en alle vakantietroep die je maar kunt bedenken mee te willen nemen, dan in een wagentje dat net groot genoeg is om jezelf te verplaatsen? Omdat het fijner rijdt en je een prettiger gevoel geeft dan rijden in zo’n keizuinig pruttelbakkie van formaat regenjas. Waarom zou je een logeerkamer maken voor mensen die elke maand weer langs komen? Omdat je de privacy van je werkkamer niet wilt schenden en bereid bent daar wat ruimte voor op te offeren, misschien?

 

Verreweg de meeste auto’s worden gekocht op gevoel. Toyota Prius rijd je om de wereld te tonen dat je om het milieu geeft. Dat een SUV over het geheel genomen minder milieubelastend is, daar gaat het niet om. De Prius is ook niet praktischer dan andere wagens. Te groot om een kleine auto te zijn, te krap voor een grote. Die auto koop je echt alleen op gevoel.

Ik heb heel lang niet meegedaan aan loterijen waar de kans op winnen groot was. Zoals bij verenigingen en zo. Dan worden enkele honderden loten verkocht, en diverse prijzen uitgedeeld. Pas toen ik begreep dat het meedoen aan die loterijen niet ging om de prijzen maar om het gunnen van steun aan de vereniging, was ik bereid een lotje te kopen. En jawel, ik won een prijs. Die nog steeds op een kast staat, ergens in huis. De reden om niet mee te doen, was dat ik de prijzen niet interessant vond. Het had met kansberekening niets te maken. Het gaf me geen goed gevoel.

 

Je zou denken dat autisten eerder zaken objectief bekijken dan vanuit de gevoelskant. Maar dat is zeker niet waar. Hoewel ik de wereld om mij heen constant aan het analyseren ben en elke dag weer erg druk ben met ‘uitrekenen’ hoe ik mij daarin moet gedragen, mijn gevoel speelt daarin een grote rol. Vandaar dat ik mij zo vaak ellendig voel, denk ik. Als zaken toch niet gaan zoals ik had gedacht. Zet dat af tegen de ‘schade’ die het oplevert, en je zou zeggen: waar maak je je druk om? Nou, precies om dat: om hoe ik me erover voel.

Dus ja: ik rijd in een auto die veel te groot is voor de meeste ritten die ik maak. Ja, ik heb spullen in huis die ik zelden gebruik en economisch gezien beter zou kunnen huren. Het punt is: zou ik ze niet in huis hebben, dan zou ik ze ook niet huren. Omdat dat weer zo’n rompslomp geeft. Ik vind het fijn om in een grote auto te rijden. Ik doe dat niet zodat ik dan dat bankje van €20 kan ophalen. Dat zou financieel gezien een slechte deal zijn. Maar nu die grote auto toch voor de deur staat, kan ik dat bankje van €20 makkelijk ophalen. Zou ik daar voor €50 een auto voor moeten huren, dan had ik het niet gekocht.

 

Hoewel logica een belangrijke rol speelt in mijn verklaring van de wereld om mij heen, begrijp ik weer niet hoe een mens als Ionica Smeets zo makkelijk over een van de essentiële ‘onderdelen’ van het mens zijn heen kan stappen: het gevoel. Maar misschien ben ik wel ingepakt door die ontwapenende glimlach van haar, dat verrukkelijke gezicht en die sprankelende ogen, en verwacht ik daar een gevoelsmens achter. Logisch?