de wereld is een strijdtoneel
Het spreekwoord gaat: de wereld is een schouwtoneel, elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel. Voor mij is de wereld een strijdtoneel, waarin je voor meerdere delen moet strijden om kans te maken ze te krijgen.
Natuurlijk valt ook mij wel eens iets in de schoot. Heerlijk is dat. Zonder moeite te hoeven doen, een deel krijgen dat je graag in ontvangst neemt. Voor mij zit de wereld vooral vol vijanden. Mensen die het krijgen van mijn deel tegenwerken. Of het nou met opzet is of niet. Dat kan uit iets kleins bestaan, zoals na het afrekenen in de supermarkt ontdekken dat je teveel betaald hebt. Ik heb er een gewoonte van gemaakt de bon te controleren, omdat ik tijdens het aanslaan niet snel genoeg ben om te controleren of alles wel klopt, en het te vaak niet klopt. Ik moet mij strijdvaardig opstellen, wil ik niet teveel betalen.
Dan heb je de aanschaf van spullen. Hoe vaak is het niet wat je ervan verwachten mocht? Aankopen op internet kan je dankzij wetgeving nu redelijk gemakkelijk terugsturen. Maar ook dat voelt niet als strijdvrij. Ik heb dan immers nog steeds het probleem niet het gewenste product in huis te hebben. En ik moet aan termijnen denken, voorwaarden en opgelegde procedures. Slepen met pakketten naar courierbedrijven die weer nieuwe problemen opwerpen.
Het moeilijkst is wel de strijd om wat je wil in een sociale context. Het is heel gewoon dat mensen inpikken wat ze willen hebben.
En dan heb je het soort mensen dat niet vechten wil, en al te gemakkelijk prijsgeeft wat ze eigenlijk niet willen prijsgeven. Mijn vrouw en ik behoren daartoe. Meteen voel ik dat er een conflict is, dat er gestreden moet worden; dat ik de ander als opponent moet zien die ik iets af moet nemen. Of van wie ik iets terug moet zien te krijgen wat ik niet vrijwillig heb prijsgegeven. Wat diegene niet zal willen laten gebeuren. Zo zit ik ongewild in een strijdtoneel, waarin het maar zeer de vraag is of ik mijn deel ga krijgen. Omdat het mij onduidelijk is welke rol ik daarvoor moet spelen.
Dagen- en nachtenlang pieker ik daarover; probeer ik in mijn hoofd diverse scenario's door te spelen als oefening op wat ik straks echt zal moeten doen. Om er dan achter te komen dat de realiteit vaak anders is. Niet altijd. Daarom blijf ik dat doen. Maar sociaal vaardige mensen zijn in staat om hun rol gaandeweg aan te passen. Of in ieder geval de manier waarop ze die spelen. Ik heb dagen de tijd nodig om uit te vissen wat er gebeurd is, wie welke rol speelde, wat ik onbedoeld heb prijsgegeven, en hoe ik dat weer terug moet zien te krijgen. Vaak komt de gedachte boven de strijd maar gelijk op te geven. Omdat die zo onvoorspelbaar is, evenals de uitkomst. Dan kom ik uit op een ander gezegd: "Neem je verlies." Ik ben dus zeker niet de enige die de afweging maakt of het wel de moeite van de strijd waard is om die aan te gaan.
Zo neem ik in mijn leven veel verlies.
Vele leveranciers zijn weg gekomen met het leveren van inferieure producten, veel mensen met me in de steek laten of me tegenwerken. Mensen die vervolgens goede sier maken, en een veel groter deel van de wereld krijgen dan waar ze in mijn ogen recht op hebben.
Maar misschien heb ik het spreekwoord nooit goed begrepen. "Elk speelt zijn rol" staat er. In de toneelwereld is het voor een autist prima uit te houden omdat het spelen van een rol juist duidelijkheid, vastigheid geeft. Maar zo is dat hier helemaal niet bedoeld. Hier wordt, denk ik nu, het sociaal functioneren bedoeld. Wie optimaal sociaal functioneert, en dus mensen kan bespelen, krijgt het grootste deel. Ik zie in Victor Muller zo iemand, en in John DeLorean. Beiden wisten jarenlang anderen ervan te overtuigen miljoenen na miljoenen in hen te investeren, terwijl hun idee gedoemd was te mislukken. Het ging niet om het product, het ging om de verkoper. Een sociaal proces. Dat beiden heel lang wonnen. Was ik met zo'n idee gekomen, had men mij al vanaf het begin uitgelachen. Omdat ik niet de sociale gave tot verkopen heb. Omdat voor mij de wereld niet een schouwtoneel is waarin men mij graag mijn rol ziet spelen, maar een strijdtoneel waarin men mij het liefst ziet opgeven. Niet voor niets is jarenlang mijn favoriete gezegde geweest: "The only winning move is not to play." Maar dat maakt je een kluizenaar. En dat wilde ik ook niet.