Ik geloof je niet.
Casus
Ik heb de leiding bij een hobby activiteit. Uit een oude voorraad (een nieuwe is er niet) put ik opdrachten om uit te delen. Eén van de andere clubleden mailt me dat ze die opdracht de club onwaardig vindt, dat het bovendien oude meuk is, dat ze bezwaar heeft tegen de haar toegewezen rol omdat ze voorheen immers een andere rol daarin had, en dat de manier waarop de opdracht moet worden uitgevoerd haar in het bijzonder tegen de borst stuit. Daar ontstaat vervolgens een discussie over. Mijn insteek is: laten we al die oude opdrachten nog eens onder de loep nemen en (opnieuw) vaststellen welke we wel en welke we niet meer willen uitvoeren.
De reactie van de andere clubleden is, dat dit niet nodig is. Het klagende clublid heeft haar bezwaren nu terug gebracht tot een deel van de manier waarop de opdracht moet worden uitgevoerd. Als de discussie buiten mijn bereik wordt voortgezet, krijg ik daarna als uitkomst te horen dat ze die opdracht graag wil uitvoeren, dat ze zelf aan de slag gaat om de manier waarop te veranderen, en dat ze zich al helemaal heeft ingewerkt. Als ik opper dat ze de opdracht helemaal niet hoeft te doen en iemand anders haar plaats kan innemen, krijg ik te horen dat ik dat vooral niet moet zeggen. Want ze wil die opdracht wel uitvoeren, en wel die rol op haar nemen. Ze vindt de opdracht nu niet meer de club onwaardig maar lijkt beloond te willen worden voor het zeer weinige werk dat ze in de voorbereiding gestoken zou hebben.
Ik zeg dan: ik geloof je niet. Kan me niet schelen wat je nu allemaal zegt,
je was principieel tegen de opdracht, tegen jouw rol daarin, en de manier waarop je dat zou moeten uitvoeren. Als je nu helemaal bijdraait, geloof ik je niet. Ook niet dat je er al mee aan de slag zou zijn gegaan. Maakt me niet uit wat je zegt.
Anderen nemen het voor haar op. Leggen me uit dat ze het zo niet bedoelde. Dat het echt alleen om die specifieke manier van uitvoeren ging en dat ze daar een andere oplossing voor zal bedenken. En ik denk: hoe kan ik die opdracht aan anderen geven als zij gaandeweg de regels gaat zitten veranderen? Dat is onpraktisch, inefficiënt, onnodig, en gebaseerd op een leugen. Ze wilde dit toch helemaal niet? Waarom moeten we ons in bochten wringen voor iets wat ze eerst niet wilde en nu ineens weer wel zou willen? Maakt me niet uit wat ze nu zegt. Wat ze de eerste keer heeft gezegd is haar echte mening in mijn ogen, en daar moet ik dus op af gaan.
Anderen vinden dat onnodig en onverstandig. Waarom?
Ik ben niet degene die loopt te draaikonten. Ik ben niet degene die niet meer geloofwaardig is. Ik ben niet degene die loopt te klagen en de klacht gaandeweg aanpast naar believen. Ik geloof haar dus niet meer.
Ben ik nou te inflexibel? Zie ik een sociale context over het hoofd? Ik heb niet die indruk. Ik zie iemand die zich ongeloofwaardig maakt. Dat doe ik niet, dat doet ze zelf. Dus waarom vallen ze nu ineens over mij?
Ik zie dat echt niet. En als ze zeggen dat ik het verkeerd zie, dan geloof ik ze niet.
Is dat autistisch? Of is het realistisch?
Het duurde even eer ik er achter kwam. Het begon met mijn bericht aan de groep waarin ik de uitvoering van de opdracht stil legde. Dat gaf me rust. De paniek die aanvankelijk overheerste, verdween. Waarom was dat?
Waar ik de grootste moeite mee had, was de opgedrongen verandering die onvoorspelbaar was en uit mijn handen, en het voor mij onvoorspelbare gedrag van het klagende clublid. Vooral het idee dat de groep zou voortdenderen zonder dat duidelijk was wat er zou veranderen, en de vrees dat ik alleen nog maar in een positie zou kunnen komen waarin ik die verandering maar had te accepteren, veroorzaakte de paniek. Door de opdracht stil te leggen, hoopte ik dat het veranderingsproces geen directe gevolgen zou hebben die ik maar had te accepteren. En ik ging er van uit dat ik op die manier mijzelf de tijd kon geven te wennen aan het idee dat er iets zou gaan veranderen.
Dat mijn actie anders zou kunnen over komen, en reacties kon uitlokken die het conflict erger konden maken, veroorzaakte minder stress dan die aanstaande, oncontroleerbare verandering. En dat terwijl ik erg veel moeite heb met conflicthantering.
Ik denk dat ik veel veranderingen in mijn leven aan kan. Maar alleen als ik het gevoel heb de controle erover te houden. Zowel wat betreft de inhoud als qua tempo. En dat het toch in enige mate vanuit mijzelf moet komen. In deze casus was van geen van die voorwaarden sprake. Ziedaar de bron voor paniek.