Ondersteboven

20-01-2017 10:42
Ik hoorde van het bevolkingsonderzoek naar darmkanker. Als bloed in je ontlasting werd gevonden, zou verder onderzoek nodig zijn. Ik ging naar mijn huisarts en zei: Er zit altijd bloed bij mijn ontlasting. Reden voor hem om met spoed mij voor een colonoscopie aan te melden. Nou maakte ik mij niet erg ongerust over de uitkomst. Het is al jaren zo, en ik leef nog steeds. Maar het zette mijn leven wel even ondersteboven.

 

Het vooruitzicht op anderhalve meter scoop naar binnen geschoven te krijgen, begon steeds meer mijn gedachten te overheersen. In mijn hoofd werd het onderzoek een grote ingreep. Zeker toen ik hoorde van het "roesje". Dat klinkt zo leuk en onschuldig. Maar ik hoorde "verdoving". Een 'roesoloog' moest naar je kijken om te bepalen of je er geschikt voor was. Dat gebeurde volgens mij niet, maar niemand zei dat het roesje niet zou doorgaan. Er was sprake van 'uitroesen' op een afdeling, en ik zag me al op een ziekenhuiskamer liggen, half of helemaal van de wereld, terwijl ik langzaamaan na een uur of wat wakker zou worden, zwaar gedrogeerd. Ik mocht vooral niet zelfstandig naar huis, daarna. Dat versterkte dat beeld alleen maar.

 

Toen las ik over de stof die ik moest drinken om mijn darmen schoon te spoelen: polyethyleenglycol. Was dat niet antivries? Er stond dat het vaak gebeurde dat mensen moesten kokken van het drinken. En tegenstrijdige berichten las ik over of je smaakstof mocht toevoegen om het spul naar binnen te krijgen. Zo raakte ik steeds meer gestrest. Het zou dus vast vreselijk smerig zijn. Ondrinkbaar bijna. Toen ik de dag voor het onderzoek iets op internet wilde opzoeken, en een lijst vond met dingen die ik al drie dagen lang niet had mogen eten die ik wel had gegeten, waren de rapen helemaal gaar. Moest ik het onderzoek opschorten?

Naarmate de dag vorderde, namen de zenuwen toe en nam het me steeds meer in beslag. Vanaf het moment dat ik niets meer mocht eten, kon ik aan niets anders meer denken. Ik verloor zicht op de dagen van de week, op alles wat mij normaal bezig houdt. De tijd in het ziekenhuis was helemaal onwerkelijk. Terwijl ik me helemaal niet ziek voelde, zat ik daar in een ziekenhuisbed, te wachten op de 'grote ingreep'. Natuurlijk begon die een half uur later dan gepland. Ook zo fijn als de zenuwen al door je keel gieren. En dan, terwijl ik een half uur eerder nog gewoon door de gangen had gelopen, op dat ziekenhuisbed door diezelfde gang gereden worden, en achteruit de behandelkamer in. Alsof ik niet mocht zien wat voor duivelse apparatuur me daar te wachten stond.

 

De mensen waren allemaal heel erg aardig, en alles werd uitgelegd en zo, maar ik was al lang niet meer in mijn normale doen. Tijd, dag van de week, andere bezigheden, het bestond niet meer voor me.

Het onderzoek was voorbij eer ik er erg in had. Het begin miste ik dankzij het roesje, en de rest duurde niet lang in mijn beleving. Iedereen bleef vrolijk en optimistisch, en toen lag ik alweer bij te komen in dezelfde zaal als waar ik had gewacht op de aanvang van het onderzoek. Elke ramp die ik me ingebeeld had, was niet gebeurd. Maar ik bleef van de wereld.

 

Dagenlang duurde het eer ik weer een beetje terug was in mijn eigen leven. Eer ik enig besef kreeg van mijn 'normale' leven. Het verbaasde me dat dit zo'n grote impact had gehad, terwijl ik geen verontrustend bericht gekregen had. Mijn dagen waren door dit alles ongewoon geworden, en ik had grote moeite me weer met mijn gewone leven te verzoenen. Alsof er toch iets blijvend anders was geworden en ik mijn leven daarop moest aanpassen, zonder te weten hoe.

 

Nee, er komt geen vervolgonderzoek en geen behandeling. Ik hoef niets belangrijks aan mijn leven te veranderen. Ondanks dat ik vaker in het ziekenhuis ben geweest, heeft dit onderzoek mijn leven tijdelijk helemaal, en blijvend een beetje ondersteboven gegooid. Dat verbaast me, want zo heftig was het toch allemaal niet. En alleen al dit besef geeft aan mijn bewustzijn een vreemde draai. Ik snap er weinig meer van.