ride out, wipe out
Er is inmiddels een dag voorbij sinds ik meereed in de colonne motorrijders van Nieuwegein naar Hilversum, om eer te bewijzen aan de slachtoffers van de ramp met de MH17. En ik weet nog steeds niet wat ik daar eigenlijk van moet vinden, of hoe het voor mij voelt.
Toen ik las over het initiatief, dacht ik meteen: dat is iets waar ik aan mee kan doen. En ik gaf me snel op. Toen was er nog iets van een kleine twee dagen te gaan. In die tijd ging ik steeds meer twijfelen. Over het weer; het zou zondagochtend misschien niet droog blijven. Maar vooral ook over mijn gevoel erbij. Ik werd steeds zenuwachtiger en ging me weer afvragen waarom ik dit zou willen. Ik ben daar nog steeds niet uit.
Ik was die zondag vroeg wakker. Nog drie uur te gaan eer ik van huis hoef, dacht ik. Alle tijd om me voor te bereiden. Voor zover nodig. Nu het ook nog mooi weer was, vond ik weinig reden om niet te gaan. Ik zou er vast een vervelend, leeg gevoel aan overhouden als ik niet zou gaan, dacht ik.
Eenmaal op weg, trof ik snel motorrijders die ook naar het verzamelpunt gingen. Vanaf dat moment ging ik mee in de flow. Dan komt er een soort gevoelloosheid over me. Ik weet niet precies wat er gaat gebeuren, en hoef me daar niet druk over te maken. Ik hoef alleen maar achter anderen aan te rijden. Dat wijst zich vanzelf. Maar wat vond ik daar eigenlijk van?
Nu, een dag later, weet ik dat nog steeds niet. Ook niet toen ik thuis kwam van de rit. Mijn vrouw vroeg het aan mij. Ik kon het haar niet zeggen. Ik had geen goed gevoel gekregen, zoals initiatiefnemer Klitsie had gezegd in zijn toespraak tot de motormenigte aan het eind van de rit. Ik had geen saamhorigheid gevoeld. Geen band met overledenen of overlevenden. Droefenis, dat wel.
Maar dat kwam ook door het zien van een gesneuvelde motorrijder onderweg. Toen de stoet langs die rampplek trok, zag ik alleen iemand in motorpak bewegingsloos op de grond liggen. Politie en omstanders erbij. Een flinke deuk in de achterkant van een bestelbus. Dat moet een enorme klap geweest zijn.
Op zo'n moment wil ik niet analyseren hoe het toch kon dat iemand met hoge snelheid op een bestelbus knalt, op een invoegstrook die net is afgesloten om voorrang te verlenen aan de stoet motorrijders. Pas later, als een regionale omroep meent te moeten melden dat het slachtoffer mogelijk deel uitmaakte van de ride out en na een afzondering voor reparaties zich weer bij de stoet wilde voegen, probeer ik te reconstrueren wat mogelijk gebeurd is, om er achter te komen dat het geschetste scenario onverenigbaar is met de feiten.
Na de kleine ceremonie door de initiatiefnemer, werd nogmaals gevraagd om niet allemaal tegelijk terug langs de kazerne te rijden, maar in kleien groepjes. Ik besloot niet opnieuw langs de kazerne te rijden, en ben me daarna blijven afvragen of dat wel een goed besluit was. Want toen we daar met z'n allen aan voorbij trokken, had ik wel gekeken, maar niet opgelet, en bijna niets gezien. Ik lette meer op de motorrijders voor me, om geen brokken te veroorzaken. Maar terug gaan naar de ingang van de kazerne, dat bleef dubieus. Ik twijfel aan niemand's goede bedoelingen of zuivere gevoelens in deze, maar op mij maakt het toch een indruk van sensatiezucht. Op tv zag ik 's avonds een stel daar in een omhelzing staan, blijkbaar aangedaan door emoties, in stilte starend bij de bloemenzee die langs de weg daar ligt. Dat zet me dan weer aan het denken. Waarom voel ik wat ik voel? Klopt dat wel? Had ik niet ook....? Waarom reed ik juist weg van die plek?
`s Avonds meldden nieuwsuitzendingen het omkomen van twee watersporters op de Vinkeveense Plassen, twee zwemmers in Katwijk, een tekenaar van 54, en weer zoveel tientallen Palestijnen, waardoor ik nog meer moeite krijg mijn rol in het MH17-herdenken een plaats te geven. Nee, ik heb geen goed gevoel gekregen. Ik voel me bedroefd en verdwaald, onrustig en verontrust in een wereld waar iedereen maar overlijdt. Dat het overlijden van mijn vader aanstaande is, doet dat geen goed. Ik weet wel dat het een niet hoeft af te doen aan het ander. Maar om stil te blijven staan bij de grote ramp, en achteloos heen te stappen over de 'kleine' of de ramp die zich buiten het eigen etnische bereik afspeelt, daar kan ik me niet overheen zetten.
Zou iemand mij van ramptoerisme beschuldigen, dan zou ik alleen ter verdediging kunnen aanvoeren dat ik meedeed met een uiting die gepresenteerd werd, en bedoeld was te zijn: een eerbetoon aan de slachtoffers. Als dat toch een vorm van ramptoerisme was, dan: sorry. Weet dat ik er niet trots op ben daaraan deelgenomen te hebben. Noch distantieer ik me ervan. Ik blijf gevoelsmatig in een niemandsland, net als voor mijn deelname. En daar zie ik voorlopig nog geen weg uit. Wat me wel enige rust geeft, is dat ik nu tenminste iets gedaan heb in het kader van MH17. Want de afwezigheid daarvan knaagde ook al enige tijd.
