Stront aan de knikker 2

12-10-2013 23:31

Een mij helaas maar al te bekend vervolg op gebeurtenissen waarvan ik lang niet zeker ben of ik de juiste procedure heb gevolgd, is het piekeren erover. En hoewel ik ten tijde van de hoge nood in het bos (lees "Stront aan de knikker 1") er zeker van leek te zijn die situatie aan te pakken zoals bosbeheerders en gemeenteraad het 't liefst zouden hebben gezien, achteraf blijk ik daar minder van overtuigd. En dit is geen uitzonderlijk geval. Piekeren over reeds verrichte handelingen is iets dat ik heel vaak doe. Te vaak.

 

Je zou denken dat ik inmiddels beter zou moeten weten. En misschien is dat ook wel zo. Maar ik kan het niet naast me neerleggen. Het is alsof ik het denkproces in mijn hoofd niet in de hand heb. Dat klinkt natuurlijk idioot. Het is mijn hoofd, ik begin die denkprocessen en kan ze ook sturen....denk ik. Dus waarom ze niet voorkomen of stoppen?

 

Maar het feit ligt er. Wat in de Engelse taal zo mooi "second guessing" heet, ik ben er een ster in. Ik zie problemen ontstaan en raak vervolgens in verhitte discussie met de mensen die het probleem ontdekken of benoemen. Wat niet betekent dat ik het met hun zienswijze eens ben. Ik blijf staan achter wat ik dacht dat de juiste aanpak was. Denk ik. Maar natuurlijk is dat niet zo. Natuurlijk ben ik juist aan het twijfelen, anders ontstonden die discussies in mijn hoofd niet.

 

Ik ben dus zo onzeker over hoe ik mijn rol in de samenleving moet spelen, dat ik me daar heel vaak zorgen over maak. Vooraf of achteraf. Want ik heb het nu over spoken zien achteraf, maar zeker zo vaak spelen die discussies - rechtszaken soms - zich tevoren in mijn hoofd af. Dan houd ik alsof het een misdaadserie op tv betreft mijn pleidooi en kan verontwaardigd en verbijsterd zijn over de domheid van de ander de zo duidelijke waarheid niet te zien.

Als je het zo leest, lijkt het veel op iemand die heel hard anderen staat uit te schelden, zuiver uit onzekerheid over zichzelf. Maar bedenk: in dit geval is het waarschijnlijk pure fictie. Het is mogelijk dat zich situaties zullen voordoen zoals ik ze bedenk, maar ik acht het waarschijnlijker dat die zich niet zullen voordoen. En toch kan ik het niet laten.

 

Het doet me denken aan de cursus Mindfulness die ik volgde. Gretig als ik was om iets nieuws te proberen, ging het de eerste sessie uitstekend. Ik dacht eindelijk iets gevonden te hebben om die dagelijkse misdaadserie van mijn breinscherm te krijgen. Maar al snel ging het de verkeerde kant op. Bij mindfulness is het blijkbaar de bedoeling, als in een oosterse meditatie, je hoofd leeg te maken van gedachten en je in plaats daarvan te concentreren op je lichaam, of op bijvoorbeeld geluiden. Vanaf de derde keer dat ik mijn hele lijf weer eens langs dacht, was het proces al zo bekend dat er voldoende ruimte bleek om 'tussendoor' nog even een scenario of drie door te nemen. En dat werd alleen maar erger. Mindfulness werd een ideale voedingsbodem voor wat het moest voorkomen, En eenmaal op die weg, kon ik er niet meer vanaf komen.

 

Om dat vermoeiende piekeren te stoppen heb ik een paar noodgrepen gevonden. De meest voordehandliggende is natuurlijk het verzuipen in een ander script. Tv kijken dus. Het scenario dat zich dan voor mij ontvouwt, eist de aandacht op en trekt die weg bij het eigen scenario. Maar als dat midden in de nacht is, creëer ik daarmee wel een ander probleem, namelijk moeilijk in slaap kunnen komen. Ik moet na de poging mijn gepieker te verzuipen, weer omschakelen naar een activiteit die rustgevend genoeg is om te kunnen gaan slapen. En rustgevend betekent dat er ruimte is voor gepieker. Die vicieuze cirkel laat zich niet altijd doorbreken.

 

Dus, recapitulerend: als ik denk dat een probleem zich voor zou kunnen doen, 'reken' ik de gevolgen daarvan door tot ik er zo moe van ben dat ik niet meer verder kan, of totdat het overstemd wordt door een ander proces, wat eveneens uit gepieker kan bestaan, maar ook iets anders kan zijn dat mijn volle aandacht opeist.

 

Het is dus niet zo gek dat ik bewondering kan hebben voor mensen die zeker van hun zaak lijken te zijn, helemaal als dat onterecht blijkt te zijn. Ik kan met die verwondering kijken naar Huisje Boompje Barbie, of het vervolg daarop. Zij lijken zich geen zorgen te maken over onbekende factoren, over mogelijk onvoorziene gevolgen of afwijkende reacties van buitenaf. Zij doen gewoon hun ding. Ik kijk daar gefascineerd naar. Hoe doen ze dat? Hoe kan het dat ze zich niet constant zorgen maken over waar ze mee bezig zijn?

 

Hoe de rest van de mensheid dit doet, weet ik niet. Maar ik zou het bij mij graag anders zien. Meer als wat ik de buschauffeurmethode noem. Ik hoorde eens buschauffeurs met elkaar praten, en allemaal waren ze overtuigd van hun gelijk en hadden een duidelijk beeld van de wereld om hen heen. Dat die lang niet altijd klopte, is daarbij juist niet belangrijk. Het is het rotsvaste geloof in de eigen juistheid. Dus in psychische zin is die buschauffeur het doel dat ik voor ogen heb. Waar ik het ondertussen mee moet doen, is steeds maar stront aan de knikker zien.