The sound of Music

02-08-2013 00:42

Ik heb kritiek op mensen van wie ik vind dat ze hun werk niet goed doen, inclusief mijzelf. Soms lijkt het misschien alsof ik vind dat niemand zijn werk goed doet. Dat wordt weer eens ontkracht als ik de film The Sound of Music zie.

 

Het zal vast zo zijn met deze kaskraker als met veel andere zaken: je houdt ervan of je vindt het vreselijk. Mijn vrouw kent de tekst inmiddels letterlijk, ik ken de film iets minder goed, maar heb die ook al meermaals gezien. We zijn er niet zulke fans dat we de Sound of Music Tour door Salzburg gemaakt hebben, of de Trapp Family Lodge in Vermont, USA hebben bezocht. Het enige dat we doen, is de film kijken als die op tv is en er niets anders is dat we willen zien.

 

En elke keer dat ik die musical zie — en niet alleen die — valt het weer op: hoe vreselijk goed die gemaakt is. Natuurlijk is er het e.e.a. op aan te merken. Maar de film straalt uit dat iedereen bij de totstandkoming is gegaan voor kwaliteit. Dat niemand zei: ‘dit is goed genoeg’, of erger nog: ‘dit is niet slecht, en dat voldoet.’

In de film The Scarlet Pimpernel zegt de hoofdpersoon in het begin tegen iemand die iets “not so bad” vindt, en daarmee aan wil geven dat het goed genoeg is: “My dear fellow, nothing is quite so bad as something which is not so bad.” En daar ben ik het helemaal mee eens.

 

Het is de ‘goed genoeg’ mentaliteit waar ik op tilt van sla. De middelmatigheid. En ik zie het zoveel om me heen. Ik weet ook wel: niet iedereen kan een genie zijn, niet iedereen een bestsellerschrijver, een topatleet, een kunstenaar van wereldformaat of een wereldleider. Maar niets is zo’n genot als zien dat iemand er voor gaat om kwaliteit te leveren. Op welk niveau dan ook.

Zo kwam ik eens bij een AH supermarkt waar een mongoloïde man rond liep. Ik zocht iets, wilde een personeelslid daar naar vragen, en zag hem als eerste. Mijn reactie was — misschien niet verrassend — “heeft het wel zin om hèm mijn vraag te stellen?” Maar toen dacht ik: waarom zou ik hem afrekenen op zijn uiterlijk, als ik hem nog niet een kans heb gegeven? Dus liep ik op hem af en vroeg hem waar ik het gezochte artikel kon vinden. Vriendelijk, voorkomend en zeer to-the-point bracht deze man mij naar het gevraagde artikel en nam afscheid. En daar werd ik blij van. Als een werkstudentje dat doet, ben ik daar niet zo van onder de indruk, hoe prettig het ook is. Voor deze man leek het meer aan de bovenkant van zijn kunnen te liggen. En hij deed het perfect. Daar ga ik dan innerlijk van glunderen. Net als bij het zien van The Sound of Music. Iemand die zijn best doet! HEERLIJK.

 

Ik probeer kritisch op mijzelf te zijn, al ben ik dat naar mijn mening vaak te weinig. Maar het komt gelukkig ook voor dat, als ik werk terug zie dat ik enige tijd geleden volbracht heb, ik alsnog trots ben op het door mij behaalde resultaat. Dat ik met enige ontroering kan vaststellen dat ik daar weldegelijk mijn best voor gedaan heb.

 

En dan denk ik: als we allemaal echt ons best zouden doen, dan zouden we met minder uren en een lager werktempo een veel hoger bruto nationaal product realiseren. Dus waarom pikken we het dat er zo aangerommeld wordt?

Voor een autist is het antwoord daarop duidelijk: omdat het niet gaat om de kwaliteit van de werkuitvoering, maar om de kwaliteit van het sociale contact.

En daar baal ik dan dubbel van.