vertrek
Steeds als mijn vrouw een afspraak buitenshuis heeft en zich op maakt om het huis te verlaten, zit ik te wachten tot ze eindelijk weg is.
Ik weet tevoren dat ze weg zal gaan. Daar dus geen verrassing. Ik weet ook de tijd. Maar vanaf het moment dat zij zich gaat voorbereiden op haar vertrek, kan ik weinig anders dan wachten tot ze weg is. Het is de onrust, denk ik, die het met zich meebrengt, waar ik slecht tegen kan. Ze loopt door het huis, is duidelijk bezig met haar vertrek, en alles wat ik ondertussen zou doen, ontbeert dan de rust om ervan te genieten. Als het ochtend is, bijvoorbeeld, zal ik wachten met ontbijten tot zij de deur uit is. Als ik de voorbereiding op mijn ontbijt te vroeg begin, baal ik ervan dat ik niet kan beginnen. Zou ik gewoon gaan eten, dan voelt dat alsof ik haastig onderweg een hamburger tussen mijn tanden door duw en weer verder ren. Ik voel de stress, een knoop in mijn maag; en ik kan er dus niet van genieten.
Is het vertrek later op de dag, dan zit ik ook meestal te wachten tot ze weg is. Of ik moet al ruim tevoren zijn begonnen met een activiteit die zich niet in haar nabijheid afspeelt, zoals knutselen in de garage, of computeren op een kamer waar zij niet zal komen. De onrust van haar vertrek zou anders me veel teveel afleiden.
Opvallend genoeg is dat niet een remedie die ik opzoek. Meestal zit ik te wachten, en bedenk niet tevoren iets te gaan doen zodat ik dat gevoel niet of veel minder zal krijgen.
Als ze weer thuis komt, speelt iets dergelijks. Maar de stress is minder. Wel word ik gestoord door wat ze te vertellen heeft. Dat komt dwars door met welke activiteit ik dan ook op dat moment bezig ben. Die moet ik eerst afronden of afbreken, voordat ik aandacht kan geven aan wat zij zegt. Meestal begint ze gewoon te praten, en moet ik maar uitvissen wat er nog te redden is van de activiteit waar ik mee bezig was. Als ik tv zit te kijken, bijvoorbeeld, betekent dat meestal dat moeten opgeven/afbreken en overschakelen op luisteren. Vaak ben ik zo gestoord door deze inbreuk, dat ik er niet aan denk om de videorecorder aan te zetten. En dan nog: om later verder te kijken, is niet hetzelfde als het programma uit kunnen zien. De stress van de onderbreking zit er aan vast. Die is niet meer uit te poetsen.
Als we samen vertrekken, is dat heel anders. Nog steeds stressvol, maar anders. Het gezamenlijke doel verbindt eerder dan dat het ons scheidt. Ik ben dan gefocust op de activiteiten die ik moet ondernemen voor het vertrek, in plaats van op het weerkeren van de rust in huis door haar vertrek.